Moderne Demagogie

Moderne Demagogie: Niets is wat het lijkt

Roos Wouters Nieuws Leave a Comment

Politieke partijen, polderpartijen, ambtelijke commissies en wetenschappers deinzen er niet voor terug om in hun rapportages en adviezen naar kabinetten, creatief met de werkelijkheid om te gaan. Echte oorzaken en argumenten worden soms weggelaten en bijzaken worden met veel aplomb als hoofdzaak gepresenteerd. Ondertussen worden er al decennialang geen succesvolle maatregelen meer genomen op de arbeidsmarkt. Hieronder volgen enkele korte blogs waarin onze opjutter Stef Witteveen, voorzitter van de raad van advies van Uniforce, formuleert welke fouten aan dit falen ten grondslag liggen. 

Noch de overheid, noch de polder heeft de oplossingen in huis.

Niets is meer wat het lijkt als het gaat om het arbeidsmarktbeleid. Rutte III zal geen vervangende wetgeving meer introduceren voor de Wet DBA ondanks de belofte. De Belastingdienst zal dan waarschijnlijk ook geen nieuw handhaving offensief lanceren tijdens deze kabinetsperiode. De Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) zal de komende jaren vooral faciliterend werken voor de grote ontslagrondes die zullen gaan plaatsvinden (vooral bij grote werkgevers) en niet zoals de Wet beoogt, een stimulans zijn voor de groei van vast werk. De zogenaamd doorgeslagen flex zal dus ondanks alle goede bedoelingen verder doorslaan en de drempelverlagers voor vaste contracten zullen niet voorkomen dat het vooral drukker wordt bij de uitgang van werkgevers.

Als Wouter Koolmees en Menno Snel zijn vervangen door de volgende passanten, zal nieuwe wetgeving wederom het averechts effect hebben van wat we beogen als we niet drastisch veranderen van paradigma. Begrijp me goed, dit bedoel ik niet cynisch maar wordt ingegeven door pure compassie met de politieke klasse die er keihard aan werkt en toch telkens door de conventies van polder en ambtenaar hoffelijk in het moeras wordt gezet. Deze nieuwe conventionelen komen samen in diverse commissies en in de SER en ontlenen hun bestaan aan enkele overtuigingen die ons telkens precies de verkeerde kant op sturen. Wat is dan dat belemmerende paradigma?

Belemmerend paradigma

Allereerst gaat het om de overtuiging in deze ridders van het sociaal overleg dat de overheid in samenwerking met de polder de problemen van de arbeidsmarkt en zelfs die van de samenleving als geheel zou kunnen oplossen. Decennialang (sinds het akkoord van Wassenaar in 1982) heeft de polder na de oorlog legitimiteit gegeven aan de besluitvorming van de overheid en was zodoende een nuttig instrument van besluitvaardigheid maar dit is inmiddels meer dan 20 jaar (sinds 1999) niet meer het geval. Dat laatste pensioenakkoord diende vooral om te etaleren dat de conventionele polder nog niet op sterven na dood is. Inhoudelijk brengt het bijna niets maar in elk geval niet de noodzakelijke hervorming of oplossing van een probleem. De overheid en polder moeten zich leren oriënteren op oplossingen die uit de samenleving komen. Alles moet beginnen met het besef dat de overheid en de polder zelf vaak geen oplossingen in huis hebben.

Een tweede paradigma is dat er wordt uitgegaan van de rotsvaste overtuiging dat werknemers (en werknemer-achtige) tegen werkgevers beschermd moeten worden. Als je dat echt denkt, blijf je zoeken naar goed en fout en blijf je ook denken dat de overheid er blijkbaar is om als enige het goede na te streven en dat die werkgevers nu eindelijk eens……et cetera. Ik heb dit letterlijk uit de monden van de meepraters kunnen optekenen in de vele commissievergaderingen. Onzin! In onze complexe samenleving worden groepsbelangen en individuele belangen nagestreefd en dat is prima en in elk geval onafwendbaar want het is menselijk. Regelmatig kan dat ten koste van de belangen van sommige individuen gaan en daar hebben we een vangnet voor nodig. Een activerend en solidair vangnet voor iedereen. We moeten ons realiseren dat we ons als mensen dusdanig zullen blijven gedragen dat er regelmatig individuen uit de boot vallen en dat we als mensen ook niet anders kunnen. 

Zoek oplossingen verder dan alleen in de traditionele polder

Kan de overheid de armoede en honger uitbannen? Op dit moment niet zonder de particuliere inspanningen van bijvoorbeeld de voedselbank. Kan de overheid de productiviteit stimuleren? Niet zonder ook andere werkvormen en andere methoden van werkverdeling te faciliteren. Kan het pensioenstelsel hervormd worden? Niet zonder particuliere initiatieven serieus te nemen en te omarmen als deel van de oplossing. Het zal echt nog wel een langere tijd duren voordat die oude paradigma’s zijn verdwenen omdat ze zich te diep in oude en machtige structuren hebben genesteld. Maar ze worden vervangen. Met oprechte dank voor bewezen diensten, het gaat veranderen. 

De mores van vraag en aanbod

De omvang van de economie wordt meestal uitgedrukt in de waarde die we met elkaar per jaar produceren (BNP). Je kunt ook zeggen de winst die we samen per jaar maken. Als dat toeneemt dan groeit onze economie en als dat afneemt, krimpt hij. De oorzaak van die groei kan heel verschillend zijn. Soms is het gewoon omdat de beroepsbevolking groeit, soms is het omdat de mensen gemiddeld meer waarde produceren per uur. In tijden van grote technologische ontwikkeling, kunnen werkuren fors productiever worden. We hebben dat bijvoorbeeld gezien aan het begin van de 20ste eeuw ten tijde van de industriële revolutie. Tussen 1890 en het begin van de eerste wereldoorlog kon je als industrieel werkgever nooit genoeg werknemers hebben. Meer arbeiders betekende meer groei en meer resultaat. In die tijd werden in industriesteden hele woonwijken gebouwd om arbeiders van het platteland naar de stad te lokken. In de Rotterdamse haven, in Utrecht door de Nederlandse Spoorwegen, in Tilburg en Enschede door de Textielbedrijven en zo zijn er nog veel meer voorbeelden. Bijna wel in elke grote en middelgrote stad.

Dit was ook de tijd dat de hele geïndustrialiseerde wereld de arbeidswetgeving invoerde. Bij ons was dat in 1907. Men wilde de werknemer (toen nog arbeider genoemd) betere zekerheden bieden door hun rechtspositie te versterken. Dit deed men door de arbeidsovereenkomst van rechtswege te laten ontstaan als er in de werkrelatie sprake was van persoonlijke arbeid, loon en werkgeversgezag. Ook werkgevers waren in die tijd zeer gemotiveerd om meer werknemers aan zich te binden. Die arbeidswet werd niet ingevoerd omdat de werknemers en de vakbonden een slag tegen de werkgevers hadden gewonnen maar omdat het in ieders belang was om werkgever en werknemer meer aan elkaar te binden. Werkgevers waren in die tijd enorm gemotiveerd om meer arbeiders aan zich te binden omdat de arbeidsproductiviteit destijds recordhoogte bereikte.

Maatschappelijke verandering door economische prikkels

Het is wel eens vaker zo dat de economische reden achter een zekere maatschappelijke verandering wordt onderschat of door de idealisten wordt weggelaten. In de jaren negentig ontstonden enorme kansen in de verschillende dienstverlenende sectoren. Banken, verzekeraars, uitzendbureaus en ook veel andere organisaties konden in die tijd nooit genoeg hooggeschoolden in dienst nemen. De productiviteit was in die tijd zo hoog dat de groei en de winstgevendheid vooral werden begrensd door een tekort aan geschikte, HBO+ geschoolde mensen. Nederland beschikte gelukkigerwijs over een enorm arbeidsreservoir aan hoog opgeleide vrouwen. Gedurende de jaren negentig is de participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt dan ook fors opgelopen en soms denken mensen dat dit een emancipatoire achtergrond heeft. Het heeft natuurlijk wel een emancipatoir effect als er zoveel meer vrouwen aan het arbeidsproces deelnemen maar zonder de economische noodzaak als oorzaak zou de maatschappelijk ontwikkeling nooit in die mate en op dat moment hebben plaatsgehad. 

In de huidige tijd wenst de overheid de ‘doorgeslagen’ flex terug te dringen en zoveel mogelijk mensen in een vast dienstverband te krijgen. Gedurende de afgelopen 20 jaar zijn er, door opeenvolgende kabinetten, verschillende wetten ingevoerd om dit doel te bereiken. Geen van al die initiatieven is gelukt en de meeste hadden een averechts effect. De Wet Werk en Zekerheid, de WAS, de Wet DBA en we zullen dit vermoedelijk ook weer zien met de Wet Arbeidsmarkt in Balans. Die wetten lijken telkens tegen arbeidsmarkt actoren zoiets te zeggen als: “We weten wel werkgevers dat jullie liever geen werkgeversverplichtingen hebben en jullie medewerkers het liefst zo min mogelijk rechten verlenen maar daar gaan wij als overheid nu een stokje steken. We weten wel zzp’ers dat jullie gewoon zo weinig mogelijk belasting willen betalen en ook zo onverstandig zijn om jezelf niet te verzekeren maar daar gaan we nu paal en perk aan stellen.” De overheid denkt wel dat ze de motieven van mensen en werkgevers begrijpen maar daar blijkt telkens weinig van.

Werkgevers als aanjager van vernieuwing

Werkgevers zijn een organisatorisch experiment om individuen productiever te maken uit effectbejag (groei van winst of effectiviteit). Werkgevers zijn in de eerste plaats iets anders. Werkgevers zoeken naar productiviteitsgroei en werkenden zoeken naar groei van welzijn en welvaart. De overheid zou elke beweging kunnen versnellen of afremmen als ze deze motieven zou leren begrijpen. Het is al sinds de agrarische revolutie zo dat de mens probeert productiever te worden door een steeds voortschrijdende specialisatie. Het werk van een specialist is gemiddeld genomen productiever dan het werk van een generalist. Specialisatie leidt tot productiviteit en productiviteit geeft ruimte aan welzijn- en welvaart ontwikkeling. Noch voor de werkgever noch voor de modern werkenden is een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd een doel op zich maar ook flexibiliteit is dat niet. Ze zoeken naar de meest productieve manier van samenwerken en regelmatig is dat niet via die vaste baan. Als overheid kan je zorgen voor rechtsgelijkheid en het onderhouden van een zekere maatschappelijke solidariteit maar waarom zou je meer noten op je zang hebben? De beste methoden voor een overheid om de arbeidsproductiviteit op termijn te stimuleren, zijn investeringen in onderwijs en infrastructuur.

Hoe conservatief zijn de progressieven?

Conservatieve politieke partijen zijn partijen die de zaken het liefst houden zoals ze zijn of zelfs willen teruggrijpen naar oude methoden uit het verleden. Conservatieve partijen houden veranderingen vaak tegen omdat ze die niet als verbeteringen zien. Regelmatig hebben conservatieven de aanvechting om optredende veranderingen te verbieden. Ze vinden dat er paal en perk gesteld moet worden aan ongewenste moderniteiten.

Progressieve politieke partijen zijn partijen die de zaken het liefst zouden willen vernieuwen. Ze gaan ervan uit dat de samenleving verandering nodig heeft en zij beschouwen die veranderingen vaak als verbeteringen. Progressieven willen zaken over het algemeen niet verbieden maar juist ruimte geven aan nieuwe ontwikkelingen. Ze vinden dat er eindelijk eens mogelijk gemaakt moet worden waaraan soms allang behoefte is.

Nu gaat mijn persoonlijke interesse uit naar alles wat met de arbeidsmarkt samenhangt en bovendien ben ik ervan overtuigd dat die arbeidsmarkt heel hard toe is aan nieuwe ontwikkelingen. Ik zoek dus naar een partij met een progressief standpunt op het gebied van de arbeidsmarkt. Op het kruispunt van economie, fiscaliteit en sociale zaken. Welke politieke partij beseft als beste dat de methoden van de 20ste eeuw niet meer toereikend zullen zijn voor de arbeidsmarkt van de 21ste eeuw.

Er zijn natuurlijk zelf verklaarde progressieve partijen als D’66, Groenlinks en de PvdA. Interessant om eens te bezien hoe deze partijen in de materie staan. Kiezen ze voor het behoud van het bekende en voor de terugkeer naar de klassieke arbeidsovereenkomst of zoeken ze naar nieuwe vormen van werk die passen bij de uitdagingen van de nieuwe tijd? Willen ze het zzp’ers moeilijk maken en mensen terugdrijven naar vast werk of willen ze veranderingen faciliteren, natuurlijk binnen kaders en uitgangspunten als rechtsgelijkheid en solidariteit?

Het is werkelijk opvallend hoe deze, zelfverklaarde progressieve partijen verlangen naar oude tijden. Het liefst willen ze helemaal terug naar vast werk. Alleen dan ontlenen mensen volgens hen voldoende zekerheid aan hun werk. Iedereen werknemer in een arbeidsovereenkomst en niets anders. Dat de flexibiliteit een methode is om de productiviteit te stimuleren en dat vele modern werkenden zelf helemaal geen dienstverband meer willen, wordt gemakkelijk terzijde geschoven. Onlangs inventariseerde Pierre Spaninks de posities van de politieke partijen in het zzp debat en trok vergelijkbare conclusies http://pierrespaninks.nl/blog/verkiezingen-2019 .

De progressieven weten beter wat in uw belang is dan uzelf. Op bevoogdende en paternalistische wijze worden er allerlei zaken verboden en verplicht gesteld om daarna te constateren dat er niet gehandhaafd kan worden. Al die geboden en verboden van de afgelopen twintig jaar zijn ronduit geflopt en niemand had de indruk dat de samenleving zat te wachten op de genomen maatregelen. Maar op wie moet ik nu stemmen? Wie heeft de agenda van de 21ste eeuw voor ogen? Wie durft nieuwe methoden en technieken toe te passen? Wie durft te erkennen dat de overheid met de oude polder de nieuwe conservatieven zijn? Wie doorbreekt de vicieuze cirkel?

We zijn toe aan een (echte!) progressieve agenda en een open houding van de overheid. Open naar nieuwe oplossingen, open naar nieuwe partners in het sociaal overleg en open naar nieuwe vormen van privaat-publieke samenwerking. Elke politieke partij kan die deuren openen en daarmee aan vele kiezers het gevoel geven dat ze begrepen worden en gehoord. Het is net zo dichtbij voor het CDA, de VVD en FVD om met recht progressief te zijn als voor D’66, GroenLinks of de PvdA.

Uniforce is met 600 leden medestander van de Werkvereniging
Auteur Stef Witteveen is opjutter van de Werkvereniging en voorzitter van de raad van advies van Uniforce

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *