Werkvereniging jonge vrouw

Werkzekerheid en wendbaarheid in een wilde wereld – maar eerst een aanstekelijk narratief

Roos Wouters Nieuws Leave a Comment

Arbeids- en flexmarkt-strateeg Wim Davidse zet in het onderstaande artikel voor ons uiteen waarom ons hele systeem op de schop moet. Volgens hem gaat niet over “vast minder vast en flex minder flex” maar moeten we het gaan hebben over samen floreren in de ingrijpend nieuwe wereld van de 4e Industriële Revolutie (4IR). Hoe Wim dit voor zich ziet lees je hier.

Grote delen van de Nederlandse polder en samenleving ergeren zich aan de vermeende doorgeschoten flexibilisering van onze arbeidsmarkt. Met ongeveer een derde van alle werkenden in de flexschil, zitten wij inderdaad in de Europese top. Andere delen ergeren zich aan de vastheid van onze vaste contracten, waarmee we, zo blijkt uit lijstjes van de OESO en het World Economic Forum, zo mogelijk nog hoger in de Europese en mondiale top zitten. Maar goed, minister Koolmees heeft de ontflexing als een soort Don Quichot tot een van zijn speerpunten gemaakt, en met de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB), de Commissie Regulering van Werk (Borstlap) en de poging tot restauratie van de Wet Deregulering van Arbeidsrelaties (Wet DBA) heeft hij bepaald niet stil gezeten. Helaas is het allemaal voor niets (als het meevalt) of zelfs (als het tegenzit) uitermate belemmerend voor de toekomst van onze Nederlandse welvaart en ons welzijn.

Schaarste op de arbeidsmarkt

In december van het afgelopen jaar doorbraken wij in Nederland voor het eerst de grens van 9 miljoen werkenden tussen 15 en 75 jaar. In het kwartaal daarna kwamen er nog een paar duizend bij, waarna er vanwege corona binnen korte tijd meer dan 150.000 mensen werden ontslagen – vooral jongeren tot 25 jaar met een flexbaan. Maar daarmee zat onze werkloosheid nog steeds onder de 4 procent, en dat betekent: schaarste op de arbeidsmarkt. In de meeste beroepsgroepen, sectoren en regio’s was (en soms nog: is) dat aan de orde. En ook nog eens niet voor het eerst, deze eeuw. Na 25 jaar van hoge werkloosheid hadden we in de periode van 1999-2001 ineens weer een enorm krappe arbeidsmarkt, en in 2007-2008 wéér. En – en dat is een belangrijk punt – na de coronacrisis zullen we weer binnen no time schaarste all over the place hebben. Vooral omdat onze potentiële beroepsbevolking nog nauwelijks groeit en vanaf 2025 gaat krimpen. Zoiets hebben we sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog nog niet beleefd.

Verzorgingsstaat verder onder druk

Tegelijk groeit de druk op onze verzorgingsstaat aanzienlijk: van nu 1,5 miljoen 75-plussers zullen dat er tot 2050 zeker 3 miljoen worden – zoiets hebben we ook nog nooit beleefd. Dus onze al niet geringe, maar ook nauwelijks nog groeiende bruto arbeidsparticipatie (ruim 71% in 2019) moet serieus omhoog én onze arbeidsproductiviteit moet héél serieus omhoog. En ook die laatste is het afgelopen decennium helemaal vastgelopen… Dat kan in ieder geval voor een deel verklaard worden door de in internationale vergelijkingen relatief lage werktevredenheid (employee engagement of energy) in Nederland. Maar ook omdat we steeds meer een diensteneconomie worden, en waarschijnlijk ook vanwege het gegeven dat wij een top-exportland zijn (nummer 5 in de wereld!), geroemd om de top-kwaliteit van onze producten (nummer 4 in de wereld!), maar zeker niet om de high tech-aard van onze producten (nummer 26 in de wereld…) In Nederland hebben we mede daardoor nog steeds te veel mensen op de werkvloer die niet verder hebben hoeven komen dan MBO2 – of met dat scholingsniveau juist nog vaker náást de arbeidsmarkt terecht komen.

Wilde woeste wereld

En dat allemaal in een wilde woeste wereld waar toenemende internationale concurrentie, verandering van consumentenvoorkeuren, digitalisering & automatisering, verduurzaming en frequente crises er met een bruisende cocktail voor zorgen dat sectoren, beroepen en business- en organisatiemodellen verdwijnen, veranderen en verschijnen. Dat zijn enorme, maar prachtige uitdagingen. En daarvoor hebben we méér mensen nodig op onze Nederlandse arbeidsmarkt, met andere kennis, attitudes en vaardigheden, en met meer employee engagement, die meer hoogwaardige producten, diensten en belevingen voortbrengen, alert en adaptief, op een productievere wijze.

Ons hele systeem moet op de schop

Daarom moet ons hele systeem van werken, leven en leren, van innoveren en optimaliseren, van organiseren en leidinggeven, van opleiden en omscholen, van beschermen en stimuleren, en van wetgeven en reguleren op de schop. Het gaat niet over “vast minder vast en flex minder flex”, over een leven lang ontwikkelen, over de lasten en de lusten eerlijker verdelen. Ja, natuurlijk, daar moet het wél over gaan, maar niet alleen dáárover. De taart moet niet herverdeeld worden, er moet méér taart komen, en bovendien andere. 

We moeten het gaan hebben over samen floreren in de ingrijpend nieuwe wereld van de 4e Industriële Revolutie (4IR). Daarom is het nu tijd voor drieslagleren: nieuwe doelen, nieuwe manieren. Het jaar 2020, het openingsjaar van de radicale jaren ’20, zal later gezien worden als het jaar waarin de 4IR is begonnen. De Canadese historica Margaret MacMillan sprak begin mei in The Economist over een “juncture where the river of history changes direction”.

Samen zoeken naar wenkend perspectief

En nu ik toch bezig ben met citeren – Nelson Mandela zei ooit: “May your choices reflect your hopes, not your fears”. Wat is dus onze hoop? Wat is ons perspectief? Wat is ons beeld van het inclusieve succes van Nederland in de wereld van 2025, van 2030, van 2050? Wat is ons verhaal? Laten we dat samen gaan zoeken, dan komen we vanzelf op de noodzakelijke vervolgstappen. Wat gaat goed? Wat moet anders? Wat moet weg? Wat pakken we op? Hoe nemen we iedereen mee? Samen stap voor stap naar een wenkend perspectief. Dat is very agile, en dat werkt heel goed.

Naar een betekenisvol flexleven

Ik hoop en verwacht dat onze jongeren van nu – en hun kinderen – zo’n 50 jaar, en mogelijk nog een paar jaar langer, zullen werken, met afwisselend perioden van fulltime werken, van parttime werken, van bij- of omscholing, van gezinsverlof en van sabbaticals. Doorpakken, relaxen, omschakelen, opschakelen. Een gevarieerd, ‘vervullend’ en toch veilig ‘slinger’pad, een gaaf, productief, bevlogen en betekenisvol flexleven. We worden werknomaden die zich een leven lang ontwikkelen (en vermaken) bij aanstekelijke werkgevers, via empathische impresario’s, via wederzijds doorverwijzende zwermen (vakgenootschappen) en zelfstandig.

Met de zekerheid dat je mee blijft doen

Vast, flex? Nee – korter of langer. Geen juridische, maar intrinsieke binding. Je zekerheid: dat je meedoet en mee kunt, mee blijft kunnen, en mee blijft doen, in een land dat ertoe doet en daar steeds z’n stinkende best voor doet. Iedereen met dezelfde rechten en plichten, verbonden aan werken en je burgerservicenummer (BSN). Die 50 jaar zal voorbij vliegen…

Stap 1: een aanstekelijk narratief om samen te floreren

Samen floreren dus – en daar dan nog wel even de cultuur voor creëren, de organisatievormen en managementstijlen, de opleidingen en opleidingsinstellingen, de stimulerende sociale voorzieningen, en de wet- en regelgeving. Maar: first things first. Samen het verhaal van Nederland 4.0 creëren en vertellen. Niet wat tweaken en tunen, geen discussies over wetgeving en instanties eraf en erbij, en geen verantwoorde, evenwichtige technocratische teksten, nee: eerst een echt fundamenteel nieuw, integraal, enthousiasmerend verhaal. Een open, sprankelende, energizing visie, een richtinggevend, wenkend en future proof perspectief, voor nieuwe ambities, nieuwe manieren, en nieuw succes, plezier en energie in de 4IR. Dat is wat mij betreft dé prioriteit van de Werkvereniging: wees het platform om dat aanstekelijk narratief te laten ontstaan.

Wim Davidse is arbeids- en flexmarkt-strateeg & spreker @ Dzjeng en hoofdredacteur @ Flexmarkt magazine.

Fotograaf: Noa Davidse

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *