Illustratie bij column Roos Wouters in Volkskrant

Essay van Roos Wouters in de Volkskrant

Carsten Lund Thomsen In de pers, Nieuws 1 Comment

Beeld Rhonald Blommestijn

De Volkskrant vroeg Roos Wouters om een opiniestuk/essay te schrijven over het pensioenakkoord. De column verscheen in de Volkskrant op zaterdag 22 juni 2019.

Het pensioenakkoord is vooral fijn voor kinderloze zestigplussers, schrijft Roos Wouters in een open brief. Het wordt tijd dat er eens naar zzp’ers als zij wordt geluisterd.

Geachte Sociale Partners,

Aangenaam, ik ben zelfstandig ondernemer. Ik stel mij even voor want er wordt de afgelopen tijd veel over werkenden zoals ik gesproken en besloten, terwijl ik niet het idee heb dat u ons kent.

Zo zouden wij vooral zelfstandig worden om van fiscale voordelen te profiteren. Over onze oudedagsvoorziening denken wij niet na. In onze ontwikkeling investeren wij niet en we verzekeren ons ook niet van een inkomen bij arbeidsongeschiktheid, daar gebruiken wij de bijstand voor. Dit terwijl mensen in loondienst zich hier wel van moeten verzekeren. En zo zouden wij onszelf onder de prijs kunnen aanbieden en het socialezekerheidsstelsel van de mensen in loondienst uithollen. Heel dom en oneerlijk. Daarom meent u dat het beter voor ons is wanneer u ons tegen onszelf in bescherming neemt.

Zo heeft u in het pensioenakkoord opgenomen dat deelname aan een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) ook voor zelfstandig ondernemers verplicht wordt. Wat dit in het pensioenakkoord doet weet u geloof ik ook niet. Wel weet u dat, wanneer wij zo’n verplichte AOV niet kunnen betalen geen echte ondernemers zijn en beter in loondienst kunnen. Of we moeten gewoon een hoger uurtarief rekenen. U denkt kennelijk dat we onszelf graag zo goedkoop mogelijk verhuren.

Ik waardeer het dat u zo begaan met ons bent, al denk ik dat u uw eigen aandeel niet helemaal inziet. U heeft er de afgelopen jaren namelijk alles aan gedaan om beleid te maken dat ertoe heeft geleid dat mensen zoals ik zelfstandig ondernemers werden, en nu doet u er alles aan om het mensen zoals ik moeilijk te maken om werk en zekerheid te vergaren. Kijkt u eens mee.

Inderdaad verlangde ook ik ooit naar een vast contract. Zeker toen ik net moeder was verlangde ik naar een starterswoning. Een hypotheek behoorde pas tot de mogelijkheden wanneer ik een vast contract had en dat, zo bleek, was niet eenvoudig te krijgen. Ik was dan ook heel blij toen u als sociale partners overeenkwam dat werknemers na drie tijdelijke contracten, recht op een vast contract krijgen.

De zogenoemde Flexwet pakte alleen anders uit. Na drie halfjaarcontracten werd ik verzocht drie maanden onbetaald met vakantie te gaan. Inmiddels heeft u dat opgehoogd naar een half jaar. Te lang om onbetaald te overbruggen en dus werd terugkomen geen optie meer. Het blijkt dat mijn toenmalige werkgever niet de enige is die op deze manier onder de flexwet uitkomt en dus blijft het vaste contract (en een hypotheek) vooral voor jongeren, ouderen, vrouwen en allochtonen net zo onbereikbaar als voorheen. Alleen de inkomensonzekerheid is toegenomen. Bedankt flexwet.

Toen ik door een vergissing toch een vast contract kreeg, was ik dolgelukkig. Eindelijk zekerheid, dacht ik. Dat bleek een illusie. Een half jaar later werd duidelijk dat mijn functieomschrijving nooit officieel was ingevuld. Nu kon mijn werkgever toiletjuffrouw noteren en mij op staande voet ontslaan als ik weigerde de plee te schrobben, of ik kon ontslag nemen. Dag vast contract.

Daarop besloot ik een goede werkgever te zoeken en solliciteerde bij de overheid. Ook dat viel tegen. Omdat er officieel een aannamestop gold, wilden ze mij alleen inhuren via een uitzendbureau dat met halfjaarcontracten werkte. Nu hoor ik u denken: dat mag allemaal helemaal niet. U denkt vast ook dat ik gewoon veel pech heb. Maar dames en heren sociale partners, hoe mooi uw afspraken op papier ook lijken, de praktijk is anders en u geeft niet bepaalt het goede voorbeeld. Voordat u nu met vingers naar elkaar gaat wijzen, u maakt zich daar allemaal schuldig aan, zo leert mijn ervaring.

Moe van de vele ‘oprotcontractjes’ en een lappendeken aan versnipperde en dus onvoordelige pensioentjes, koos ik vanuit de WW voor de zekerheid van onzekerheid. Aangemoedigd door het UWV voegde ik mij bij de snelst groeiende groep van de Nederlandse beroepsbevolking en werd Zelfstandige Zonder Personeel. Ook wel bekend als Zelfstandige Zonder Pensioen.

En niet alleen zonder pensioen, ook zonder AOV want dat je via het UWV alleen in de eerste 13 weken toegang tot een redelijk betaalbare AOV voor zzp’ers krijgt, werd mij er niet bij verteld. Niet geheel toevallig, zo begreep ik later. Er moeten niet te veel mensen van deze regeling op de hoogte zijn, dan wordt hij te duur.

Omdat ik als beginnende zzp’er niet genoeg verdiende voor een commerciële AOV, besloot ik mij, na vele slapeloze nachten, maar gewoon onkwetsbaar te wanen. Met geheven hoofd ging ik aan het werk. Na jaren noeste arbeid en vele uren die ik in mijn ontwikkeling steek – omdat ik, als mijn kennis veroudert, simpelweg niet meer wordt ingehuurd en dan ook niet meer te eten heb – begon ik eindelijk genoeg te verdienen voor een AOV. Jeej! Ondanks alle ervaren tegenwerking kon ik mijzelf eindelijk verzekeren van een inkomen bij arbeidsongeschiktheid!

Toen ik toenmalige minister Asscher ontmoette vroeg ik hem; ‘Waarom laat je je toch alleen adviseren door de traditionele polder partijen? Zij kunnen zich slecht verplaatsen in het werkleven van mensen zoals ik.’ Hij antwoordde dat een minister mandaat nodig heeft voor beleid. ‘Zolang modern werkenden zoals jij zich niet verenigen, kunnen hun belangen ook moeilijk meegenomen worden.’ Ik herinner mij dat ik toen moest lachen om het concept ‘vereniging’ in combinatie met ‘modern werkenden’. Het klonk als een contradictio in terminis.

Niet lang daarop werd de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (DBA) ingevoerd. Deze wet zou schijnzelfstandigheid tegen moeten gaan. Een goede zaak vind ik, maar in de praktijk bleek ook deze wet weer anders uit te pakken. Het ministerie waaraan ik op dat moment geregeld workshops gaf, wilde mij als gevolg van die wet alleen nog via een bureau inhuren. Zo was het ministerie er zeker van dat er geen sprake kon zijn van een dienstbetrekking.

Uit de modelovereenkomst waar het ministerie mee werkte viel, na een worsteling met juridisch jargon, op te maken dat de door mij ontwikkelde workshops in het vervolg hun eigendom zouden zijn. En er werd meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt om aan te geven dat ze alleen nog met mensen werkten op basis van een uurtarief ver onder dat van mij en ik werk met een dagtarief. Het was stikken of slikken en van zzp’ers om me heen begreep ik dat dit kennelijk is wat er gebeurd als je werkgevers en juristen de gelegenheid geeft om modelovereenkomsten op te stellen.

Trots als ik ben, weigerde ik de overeenkomst van het ministerie te tekenen. Als ze de voorwaarden waaronder ik werk willen bepalen en eigenaar van mijn werk willen zijn, dan ben ik geen ondernemer meer en moeten ze me maar in dienst nemen. Was dit het eigenlijke doel van de wet? Ik verloor mijn beste opdrachtgever, de helft van mijn inkomen en de rest van mijn vertrouwen in de politiek en polder. Bedankt sociaal akkoord en Wet DBA.

Mijn zus, die op dat moment politiek assistent van Minister Asscher was, legde mij nogmaals uit dat de wet juist bedoeld was om mij en mijn opdrachtgever meer zekerheid te geven. Dat er bij nieuwe wetgeving nu eenmaal altijd onbedoelde bijeffecten optreden en dat deze uiteindelijk wel weer recht gestreken zouden worden. Dat mijn inkomen, en dat van vele andere zzp’ers, gehalveerd werd door dit bijeffect, was helaas ‘collateral damage for the greater good.’ De wet DBA, zo weten wij nu, pakte in de praktijk vrijwel geen schijnzelfstandigheid aan, wel de zelfstandigheid van veel zzp’ers.

Sociale partners, u begrijpt hopelijk dat ik, hoe langer ik me op de arbeidsmarkt begeef, steeds minder vertrouwen in u en uw bemoeienis heb. Gelukkig zijn er vanuit de samenleving prachtige initiatieven opgekomen die de steken die u laat vallen oppakken. Zo ontdekte ik het broodfonds en andere alternatieve online ’verzekeringen’ waarbij het mogelijk is om het vermogen dat je niet voor langdurige arbeidsongeschiktheid gebruikt, over te hevelen naar je pensioenpotje. Een potje dat aan jou en niet aan je werk/opdrachtgever gekoppeld is. Helaas vertelde een aantal initiatiefnemers dat ze door u met argusogen worden bekeken en soms zelfs worden tegengewerkt.

Plots leek me een vereniging voor mensen die zich, net als ik, niet meer door u vertegenwoordigd voelen, niet zo lachwekkend meer. En zo pakte ik in 2017 de handschoen van Asscher op en begon samen met een aantal geweldige mensen de Werkvereniging, een belangen platform voor Modern Werkenden. Werkenden die niet meer hun hele leven bij dezelfde werk/opdrachtgever werken en die zich ook dan graag verzekerd weten van basiszekerheden die met hun leven, hun werk en de keuzes die ze daarin maken meebewegen.

Wij van de Werkvereniging geloven in overleggen maar niet meer in de huidige polder want ondanks dat u zich sociale partners noemt, vinden wij u niet erg sociaal meer. Nadat u de belangen van zzp’ers als wisselgeld uitgeruilde om een pensioenakkoord te sluiten dat vooral een zegen is voor kinderloze zestigplussers, zonder dat u ook maar een poging deed om naar modern werkenden te luisteren, vinden wij u nogal asociaal. Inmiddels hebben we ruim 16.000 handtekeningen opgehaald tegen de AOV-plicht voor zzp’ers en benadrukken dat het tijd is voor een echte hervorming van het zekerheidsstelsel zodat alle werkenden zich verzekerd weten van flexibiliteit en zekerheid ongeacht hun contractvorm. 

Mocht u zich nu van geen kwaad bewust zijn, dan wijs ik u er graag door middel van deze brief op. Ook verzoek ik u vriendelijk te stoppen met denken dat u weet wat het beste voor ons is. Dat doen wij wel. En mocht u zich dan toch met het werkleven van modern werkenden bemoeien, steek dan af en toe wat tijd in uw eigen ontwikkeling want ook met een vast contract en een ‘old-boys network’ komt er een moment dat het opvalt wanneer u niet meer met uw tijd mee gaat.

Comments 1

  1. Prachtig stuk Roos en de spijker op zijn kop. Ik meer al meer dan 30 jaar ZZP’er (die term bestond uiteraard toen nog niet) maar heb het allemaal op de voet gevolgd. Ik kom regelmatig in Amsterdam omdat ik dan op de RAI (internationale beurzen) moet werken en hoor zo de verhalen aan. Gelukkig kan ik nog onderdak vinden want dat valt ook niet mee (inmiddels vragen hotels zonder blikken of blozen meer dan €200,- om ff de vermoeide ogen te mogen sluiten) en heb ik gelukkig ook mensen om mij heen die mij de juiste weg wijzen in dit uitdagende ondernemers land NEDERLAND genaamd. Je mag mij benaderen voor meer gegevens.
    groet!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *